Triatlon

Doodgaan op duatlon, sterven op sprint triatlon

De flatterende foto geeft het al een beetje weg: triatlon kan verdomd lastig zijn. En net daarom zo mooi.

Vorig jaar liep ik voor het eerst een marathon. Dit jaar startte ik met triatlon.

Hoe ik dat aanpak, schreef ik eerder in mijn blogpost ‘Triatlon bingo‘.

Samenvatting: ik liep dan wel een marathon maar zwom nooit van mijn leven meer dan een handvol lengtes en zat ook nog nooit op een koersfiets, tot enkele maanden geleden.

Na het start 2 triatlon traject dat ik volgde in het voorjaar, plande ik drie wedstrijden:

Twee van de drie zijn afgevinkt. Nog een kleine maand tot aan Openlakes Belgium, mijn sportieve doel voor 2024, dus tijd om een balans te maken.

Om alle aspecten van triatlon te oefenen, moet je aan wedstrijden deelnemen. Op training kan je sommige dingen nu eenmaal niet testen. Denk aan: met vierhonderd man in open water zwemmen, volledig buiten adem omkleden van swimsuit naar koerstenue en naar looptenue, of simpelweg de fysieke impact op je lichaam bij het wisselen van zwemmen, naar fietsen naar lopen.

Triatlon is op alle vlakken veel. Het lijstje met materiaal is eindeloos (Triatlon bingo!) en je traint drie sporten. Om progressie te maken moet je elke sport minstens tweemaal per week trainen. Reken dus ook best een telraam bij je triatlon materiaal.

Maar het is zalig.

Het gevoel op een zwoele zomeravond in de koelte van open water te zwemmen, het zonnetje op je snoet tijdens een stukje bergaf fietsen of de dauw onder je loopschoenen ’s morgens vroeg.

Ook dat is triatlon.

Maar die wedstrijden dus.

De eerste officiële wedstrijd was een duatlon, in Kruisem. Op de allereerste, hete dag van het jaar. Met een parcours dat achtmaal langs een begraafplaats liep. Je zou er voor minder bij gaan liggen, denk je bij het laatste rondje.

De aankomst op de parking was al een belevenis. Manoeuvreren tussen dikke campers en smalle fietsen. Materiaal maakte meteen een eerste schifting in het deelnemersveld. Bij het aanmelden, met de tweedehandsfiets aan de hand, was er een volgende reality check toen iemand ons aansprak:

Ik heb net deelgenomen aan de Duatlon for fun. Doen jullie misschien mee met de profs straks?

Bleek dus dat er ook een Duatlon for fun was. Die voor de ‘profs’, wij dus blijkbaar ;-), telde 4 km lopen, 27 km fietsen en opnieuw 4 km lopen. Qua afstand niet extreem ver.

Maar als je kan verdrinken in een plas water, kan je ook doodgaan op een korte duatlon.

Naast materiaal is er nog een ander criteria om de pro’s van de amateurs te onderscheiden: gladgeschoren beentjes. En die waren, jammer genoeg voor ons, in overtal.

De wedstrijd dan, die was keihard afzien. De hitte sneed de adem af, het glooiende parcours de benen. Het eerste loopgedeelte startte iedereen als een kanon. Er volgde meteen een korte beklimming die het kaf van het koren scheidde. Eigen tempo kiezen bleek cruciaal.

Bij de transitie van lopen naar fietsen was er een volgende belangrijke les te leren: je veters niet driedubbel vastknopen. Een beginnersfoutje dat mij veel tijd kostte.

Het fietsen ging ook hard met onder meer een passage over de Huisepontweg, een kasseistrook van enkele honderden meters lang na een korte beklimming. Maar ik leerde dat ik vlot rij over kasseien. En vooral: dat ik graag koers.

Demarreren, op kop rijden, naar een volgend groepje springen,… Voor het eerst in mijn leven reed ik in een échte koers. Ik genoot ervan maar leerde ook de harde les: het is onmogelijk om een veel sterkere coureur te volgen.

Het lopen na het fietsen was trekken en sleuren. Mijn benen deden niet wat mijn hoofd wilde. Ze deden hun eigen ding, liepen vanzelf. Ondanks dat mijn hoofd smeekte om sneller te lopen, was het toch een barrière waar ik niet door kon breken.

Daarom neem je dus deel aan wedstrijden. Dit zijn situaties die je moeilijk kan trainen.

Maar er ontbrak uiteraard nog iets: zwemmen. En dat kwam aan bod, enkele maanden later, in mijn allereerste triatlon wedstrijd: de Mr. T Triatlon in Gent op 25 augustus.

Dit is hoe zo’n start er uit ziet:

Door mijn vrouw passend omschreven als ‘een bende forellen die opgevist worden‘. Beter kan ik het niet verwoorden.

Een sprinttriatlon is 800 meter zwemmen, 20 kilometer fietsen en 5 kilometer lopen. Qua afstand valt dat opnieuw mee. Maar als je dat ‘vollen bak’ doet dan sterf je duizend doden.

Het zwemmen was chaos. Mijn ademhaling stokte, mijn lijf kreeg stampen. Continue zat ik vast tussen andere zwemmers en moest heel even overschakelen op schoolslag om overzicht te krijgen in het hele gebeuren.

Het voelde helemaal niet comfortabel. Toch bleek mijn tempo (achteraf) wél volgens mijn verwachtingen te zijn. En zwom ik ongewild 72 meter te veel, uitslover dat ik was. De foto zegt alles.

Soit, de ideale test voor Openlakes Belgium waar we anderhalve kilometer zwemmen.

Het fietsparcours liep langs de Watersportbaan, dat betekende soms wind vol op kop. Gelukkig mocht er in groep gereden worden. Wat ik meteen deed bij de start. Mijn groepje bleek wel aan 40 kilometer per uur te rijden. Toch iets te snel voor mij. Gelukkig waaide ik terug tot een minder snel (ik vertik om ‘trager’ te typen) groepje.

Ode aan deelnemer Marcelo die mij halfweg koers voorbij knalde en mij (ongevraagd weliswaar) in zijn wiel meenam. Mijn overnames waren beperkt maar samen haalden we tot 36 kilometer per uur. Een tempo dat mij wél lag.

De overgang van fietsen naar lopen was opnieuw lastig. Zeurende benen die één kilometer nodig hadden om zuurstof te vinden. Waarna ik wel mijn beoogde tempo vond. Maar dat verlammend gevoel in je benen na het fietsen, blijft frustrerend. Benieuwd of ik dit de komende weken kan verbeteren op trainingen.

Mijn resultaat: 1u 23 minuten en 57 seconden.

1u 22 minuten was mijn doel. Ik verloor meer tijd met de transities dan ik vooraf incalculeerde maar haalde in elk onderdeel wél het tempo dat ik hoopte. Een geslaagde test dus.

Nu volgt dit:

Openlakes Belgium, olympische afstand:

  • 1.500 meter zwemmen
  • 42 kilometer fietsen met meer dan 800 hoogtemeters
  • 10 kilometer lopen

Op weg naar een knaltijd?

Hoop doet leven.

3 reacties op “Doodgaan op duatlon, sterven op sprint triatlon

  1. Pingback: Olympic Triatlon Day – SPORT.Blog

  2. rorabaughmussie's avatar
    rorabaughmussie

    wow!! 54Olympic Triatlon Day

    Like

  3. Pingback: Ironman Dream: nog 6 maanden richting Remich – SPORT.Blog

Plaats een reactie