Er zijn zo van die boeken die op het juiste moment op de juiste plaats liggen. ‘Waarover ik praat als ik over hardlopen praat‘ van Haruki Murakami was er zo eentje.
Op een moment dat ik liever dan ooit schrijf en meer dan ooit loop, kwam ik dit boek tegen. Ter info: je moet je geen wilde dingen inbeelden wat betreft dat lopen. Mijn wekelijks 10 kilometer loopje is op dit moment gewoonweg een persoonlijk huzarenstukje gezien mijn vroegere aversie tegenover lopen.
Ik ken de schrijver Haruki Murakami. Uiteraard. De Japanse auteur is een icoon. En toch las ik nog geen boek van hem… Shame on me.
Maar ik heb het goed gemaakt.
Murakami is nochtans zo’n auteur waar mijn blik altijd even bij blijft hangen als ik in een boekenrek het kaf van het koren wil scheiden wanneer ik kaften keur.
Nu viel mij een klein boekje op, dat geprangd lag tussen zijn romans.
Het was een mini-biografie van Murakami over zichzelf als hardlopende romanschrijver (of romanschrijvende hardloper) en hoe beide aspecten mekaar versterken.
Lopen voor het lichaam, schrijven voor de geest. Als een symbiose.
Klinkt dit saai?
En toch zou het zonde zijn om niet verder te lezen want Murakami beschrijft hoe één van de beste romanschrijvers ter wereld evenwicht vindt in zijn leven door te sporten, hardlopen in zijn geval. Maar zoals hij zelf schrijft, moet dat niet voor iedereen hardlopen zijn, als je het maar graag doet want:
Zo zitten mensen in elkaar: wat ze graag doen, daar gaan ze spontaan mee door, en wat ze niet graag doen, daar geven ze de brui aan. Dat zal ergens wel iets met wilskracht te maken hebben, maar hoe sterk je wil ook is, hoe je het ook haat om te verliezen, als je niet vol bezieling met iets bezig bent, zul je het niet lang kunnen opbrengen.
Waarover ik praat als ik over hardlopen praat – H. Murakami
En Murakami kan een stukje hardlopen. De man loopt zowat elk jaar 1 marathon en combineerde dit soms met een triatlon. Hij is ervan overtuigd dat ruim twintig jaar hardlopen, zijn lichaam en geest vormde en versterkte.
Hij begon ermee in 1982, op z’n 33ste. Bijna gelijktijdig toen hij begon romans te schrijven. Hij besloot zijn jazzclub te sluiten en zich op schrijven te focussen.
En met succes want hij groeide uit tot één van de succesvolste romanschrijvers ter wereld. Sant in eigen land is hij evenwel niet want hij is een atypische Japanner die teveel een Westerse schrijfstijl zou hanteren.
Om tot dat succes te komen besloot hij om zich te focussen op een ultragezonde levensstijl, als was hij een monnik.. Om een zo goed mogelijke romanschrijver te worden, moest hij een remedie vinden tegen het overwegende zittende, ongezonde bestaan dat gepaard ging met het schrijversbestaan. Want artistieke activiteiten houden in oorsprong ongezonde, asociale elementen in volgens hem.
En dus hanteert hij een bijna Spartaans regime waarbij hij om 4u zou opstaan en begint met schrijven. Daarna gaat hij sporten. Op het menu staan enkel vis en verse groenten en om 9u ligt hij al in zijn bed.
Hardlopen speelt dus een cruciale rol voor Murakami om zowel fysiek als mentaal in evenwicht te blijven.
Maar hardlopen is niet voor iedereen de oplossing. Je wordt immers geboren als hardloper. Gebrek aan talent kan je verbloemen maar niet oneindig.
Murakami is gezegend met een ‘hardloperslichaam’ en loopt in 1983 zijn eerste marathon van Athene naar Marathon. Een epische tocht die hij uitvoerig beschrijft. Ooit liep hij zelf een ultramarathon van honderd kilometer.
Lopen is voor Murakami bijna iets spiritueels. Zijn lichaam leidt als het ware een eigen leven want hij eigent zijn spieren zelf een persoonlijkheid toe. Ze hebben een geheugen en gevoelens, ze klagen en jammeren als het lopen te zwaar wordt.
Zijn lichaam beschouwt hij echt als een instrument dat hij door training zo goed mogelijk probeert af te stemmen om tot een topprestatie te komen tijdens een wedstrijd.
Binnen de persoonlijke beperkingen waarmee je zit opgezadeld je energietank op een min of meer doeltreffende manier opgebruiken, dat is de essentie van hardlopen, en het is tevens een metafoor voor het leven (en in mijn geval ook voor het schrijven).
Waarover ik praat als ik over hardlopen praat – H. Murakami
Hij probeert altijd een opgewekt gevoel mee te nemen naar zijn volgende trainings- of schrijfsessie. Op het punt dat hij nog een tijdje lijkt te kunnen doorgaan, legt hij kordaat de pen neer of houdt hij de benen stil.
Murakami is graag alleen.
En net dat is uiteraard ook cruciaal voor hardlopers. Alleen zijn met je gedachten is een kunst. Zo herhaalt hij tijdens zijn ultramarathon continu de volgende zinnen tegen zichzelf:
Ik ben geen mens. Ik ben een pure machine. Ik ben een machine en dus hoef ik niets te voelen. Ik moet gewoon vooruit.
Waarover ik praat als ik over hardlopen praat – H. Murakami
Na deze ultramarathon kreeg hij te maken met runner’s blues. Waarna hij zich dan maar op triatlon en squash stortte. Om niet veel later toch weer te beginnen trainen voor een marathon.
Murakami is een fenomeen, zoveel is zeker. De manier waar hij schrijft, spreekt tot je verbeelding:
De gedachten die in me opkomen tijdens het hardlopen zijn te vergelijken met de wolken aan de hemel. De wolken hebben allerlei vormen en afmetingen. Ze komen en gaan. Maar de hemel blijft altijd de hemel. De wolken zijn slechts gasten. Ze kloppen aan en verdwijnen weer. Alleen de hemel blijft waar hij is. De hemel is iets dat bestaat en tegelijk niet bestaat. Hij is substantieel en tegelijk ontastbaar. We kunnen de aanwezigheid van die onmetelijke vergaarbak slechts aanvaarden en in ons opnemen voor wat hij is.
Waarover ik praat als ik over hardlopen praat – H. Murakami
Dat de man écht wel graag loopt, getuigt de bewoordingen die hij op zijn grafsteen wil:
Hij is in elk geval blijven rennen tot de finish.
Pingback: Van Ingeborg tot drugs voor mijn brein: waarom ik elke week loop
Pingback: Als geen vlees meer eten = sport is – SPORT.Blog
Pingback: Dit is het einde van SPORT.Blog… – SPORT.Blog
Pingback: Dit is het einde van SPORT.Blog… – LIFE ON EARTH