Met superlatieven moet je altijd oppassen maar jou een icoon van het Belgische volleybal noemen, is geen grootspraak.
Zestig jaar ben je nu. Schijnbaar zonder sleet maar dan kwam plots toch het nieuws dat je stopte als trainer van onze draken. Drakentemmer op rust.
Als kind was je voor mij de trainer van Roeselare. Een norse man met een volle baard. Een onbewogen sfinx die vervaarlijk kon brullen. Maar bovenal straalde je een ontzaglijke autoriteit uit. Met deze man sol je niet, dat wist ik als kind al.
Als ik dieper in mijn geheugen graaf dan zie ik je zitten op dat groot podium. Het was een vrijdagavond en zoals de jaarlijkse traditie het voorschreef, werden de lokale sporthelden van mijn stad geëerd. Elk jaar was er een special guest. Dat jaar viel die eer jou te beurt.
Ik herkende je meteen, wist al lang van tevoren dat jij er ging zijn. Voor wie zich durfde af te vragen wie die man op dat podium was, prevelde ik een weesgegroetje. Hoe durfden ze. Heiligschennis.
Maar wanneer je sprak, luisterde iedereen in de zaal. En toen alle bloemen en bekers waren uitgereikt, was ik zeker dat je die avond zieltjes won voor het volleybal. En alle aanwezige volleyballertjes apetrots maakte. Amen.
In Sportweekend sprak je onlangs na je laatste kunststukje, kwalificatie met de Red Dragons voor het EK, dat je blij was dat de strijd tegen het scorebord gedaan was.
Hoe onbewogen je soms ook leek, ik denk dat we allemaal de trainersstiel onderschatten. Ik hoorde verhalen dat je van ’s morgens vroeg tot ’s avonds op de club was. Op en top prof. Je ademt volleybal maar dat de stress errond kan verstikken, beseffen we soms niet.
Je uitte in datzelfde interview een hartewens van jou. Een boek schrijven. Alsjeblieft, doe dat. Ik zal het verslinden. Erewoord.
Ik ga je trofeeënkast niet aflopen. Zoveel tijd heb ik niet.
Om het kort te houden, ridder ik je tot kampioenenmaker van Zellik & Roeselare. Drakentemmer die drie keer na mekaar kwalificatie voor het Europees Kampioenschap realiseerde. En ons naar de Wereldgroep in de Euroleague bracht tussen de wereldtop.
Bovenal, als kers op die heerlijke taart: kwalificatie voor het Wereldkampioenschap na een heroïsche match tegen Frankrijk. Geleden van 1978 was dat. Moet ik jou niet vertellen, je was erbij als speler.
Vooral in de 15 jaar bij Roeselare pakte je titel na titel, beker na beker. Tussendoor triomfeerde je ook op Europese toneel.
Helemaal verdwijnen uit het volleybal doe je niet, maar in de schijnwerpers zal je waarschijnlijk niet meer staan.
Het ging je nochtans goed af.
Zoals elk sporticoon heb ook jij een tegenpool. Vital Heynen, nota bene je opvolger bij de Red Dragons, vocht heroïsche duels uit met jou. Maaseik tegen Roeselare, dat was Heynen tegen Baeyens.
Vuurwerk waren jullie. Volleybal op z’n best. Ik denk met nostalgie terug aan jullie duels. Hoeveel respect ik ook heb voor de huidige generatie trainers, jullie zijn en waren een klasse apart.
Enkele weken geleden hoorde ik sportpsychologe Eva Maenhout spreken. Ze speechte tijdens de proclammatie van psychologiestudenten. Beginnen als sportpsychologe was moeilijk zei ze.
Ontelbare keren had ze gelobbyd bij trainers om een sportpsychologe in dienst te nemen. Moedeloos werd ze. Tot jij haar op een vrijdagavond terugbelde.
Je geloofde in haar. Het was een risico, topsporters én trainers zijn moeilijk mentaal te coachen, maar jullie slaagden.
Toen KAA Gent zijn titel vierde met een rondvaart door de binnenstad zat Eva mee aan boot. Deels dankzij jou dus.
Ik wil maar aantonen dat je door je carrière heen vele mensen hebt geraakt. Je heb spelers beter gemaakt, supporters gelukkig gemaakt en liefhebbers begeesterd. Misschien zelf meer dan je denkt.
Bedankt meneer Baeyens, merci Dominique.
Vriendelijke groeten,
Pieterjan (SPORT.Blog)
Pingback: 11 sportboekentips | SPORT.Blog
Pingback: Dominique Baeyens schreef een boek
Pingback: De 8 meest gelezen SPORT.Blogs van 2018
Pingback: Geachte heer D’Hulst, Beste Stijn, – SPORT.Blog
Pingback: Geachte heer D’Hulst, Beste Stijn, – SPORT.Blog – NEWSWEEPTKAKE