Een domper op de hoerastemming was het. Net nu de nationale volleybalploegen pieken, blijkt eens te meer dat het Belgische volleybal eigenlijk in een diep dal zit. De verwachte competitiehervorming zoals Edwin Blauwblomme ze zag, zal er niet komen. Waarop hij als voorzitter van de volleyballiga ontslag nam. Heeft er iemand een reddingsboei?
Eerst even oplijsten voor u hoe het er al jaren aan toe gaat in onze volleybalcompetitie. Er spelen op dit moment negen ploegen in de Ethias volleyleague. Die spelen eerst allemaal twee keer tegen elkaar waarna een klassement wordt opgemaakt. Daarna is er een play-off 1 met de zes eerste ploegen en een play-off 2 met de drie laatste ploegen.
In play-off 1 spelen de clubs opnieuw tweemaal tegen elkaar waarna er uiteindelijk een finale volgt. De finale is een best of three waarin Noliko Maaseik en Knack Roeselare sinds mensenheugenis om ter eerst drie wedstrijden moeten winnen om kampioen worden. Play-off 2 kent geen daler dit seizoen.
Zo gaat het al jaren. Ondanks de moeilijke periode die eerst Knack Roeselare kende en nu Noliko Maaseik kent. De spanning tussen de twee aartsrivalen was altijd al de barometer van het Belgische volleybal. Vorige week nog reageerden de West-Vlamingen scherp op een uitspraak van Maaseikvoorzitter Mathi Raedschelders. Eerst Asse-Lennik en recent Antwerpen doen hun best de duopolie te doorbreken. Met wisselend succes weliswaar.
Pijnlijke paradox
Maar het succes van de klassieker Maaseik – Roeselare is tevens het failliet van het Belgische volleybal. Net zoals de huidige competitieformule in het voetbal, is alles tot aan de play-off finales maar lauw voorspel. De twee volleybalgrootheden doen vooraf wat aan speilerei in de nationale competitie en focussen, met succes, op de Champions League.
De twee toppers hebben elkaar nodig om elkaar naar een hoger niveau te stuwen. Maar op zaterdag tegen Belgische semi-profs spelen en tijdens de week tegen dik betaalde Russische topspelers, is nefast voor hun ontwikkeling. Het is een pijnlijke paradox die hoe langer hoe nijpender wordt.
Het succes van de klassieker Maaseik – Roeselare is tevens het failliet van het Belgische volleybal
De roep om een derde topploeg klonk al jaren maar toen Asse-Lennik er effectief in slaagde om in de play-off finale te geraken en Champions League volleybal te behalen, werd het een financieel debacle. Vorige maand liet Asse-Lennik weten dat hun toekomst hoogst onzeker is. Hun hoofdsponsor, goed voor een derde van hun budget, stopt ermee na dit seizoen. Kersverse topclub Precura Antwerpen lijkt hopelijk een breder draagvlak te hebben als topclub.
Geen geld, geen oplossingen
De nationale volleybalploegen schreven dan wel sportgeschiedenis maar toch heeft het Belgische volleybal het lastig. Budgettaire beperkingen liggen aan de basis. Zelfs in Italië, toch hét volleyballand, vond er de afgelopen jaren een leegloop van talent plaats. Voornamelijk richting Rusland. De impasse is overal dezelfde: geen geld, geen oplossingen.
En als het stormt in Italië, dan druppelt het ook in België natuurlijk. Belgische volleybalploegen vielen bij bosjes. Afhakende sponsors, teruglopende ticketverkoop en beperkte doorstroming van talent lagen aan de basis.
De impasse is overal dezelfde: geen geld, geen oplossingen
Toen Optima Lendelede twee seizoenen geleden kampioen speelde in Liga B, de tweede klasse in het volleybal, kozen ze er zelfs voor om niet over te gaan. “Gered van een financiële zelfmoord”, luidde het bij Lendelede. Er gaapt, net als in het voetbal, een (te) grote kloof tussen amateur – en professionele clubs.
Njet voor Blauwblomme
Dit moest veranderen. In november vorig jaar werd oud-Roeselarevoorzitter Edwin Blauwblomme voorzitter van de volleyballiga. Na een studieronde had hij het idee opgevat om de noodlijdende volleybalcompetitie om te vormen van negen naar twaalf ploegen waarbij er de eerste drie jaren geen dalers zouden zijn. Op die manier kregen de clubs een overbruggingsperiode om zowel op sportief, financieel als logistiek vlak hun zaakjes op orde te krijgen.
Er was sprake van drie soorten licenties:
A-licentie: voor de topteams met minstens zes profs
B-licentie: voor de subtoppers met minstens vier semi-profs
C-licentie: amateurteams
Verwacht werd dat het voorstel ging goedgekeurd worden. Liga B – ploegen Haasrode, Amigos Zoersel en Lendelede stonden klaar. Ze waren bereid om te promoveren en op drie jaar tijd de stap te zetten naar een volwaardige Liga A ploeg door jaarlijks bepaalde quota’s te behalen op financieel en logistiek vlak. Het sportieve volgt in dat geval automatisch.
Maar het werd dus een njet. De Raad van Bestuur van de KBVB verwierp de plannen. De Ethias volleyleague zal volgend jaar normaal gezien met tien clubs afgewerkt worden, de kampioen uit Liga B beslist zelf over al dan niet promoveren.
De reactie van Blauwblomme liet niet lang op zich wachten: “Gezien deze gemiste opportuniteit (en de dringendheid voor verandering) geef ik hierbij mijn ontslag als voorzitter van de volleyliga. Ik wens jullie en het volleybal het allerbeste.” Exit Blauwblomme, exit hervorming.
Geen BeNeLiga, wel reglementswijzigingen
Ook in het verleden waren er al pogingen tot hervormingen. Waar het handbal in slaagde, mislukte het volleybal: een BeNeLiga. Een zestal jaar geleden, aan het begin van de economische crisis, werd het plots concreet. Een competitie met de beste Nederlandse en Belgische volleybalploegen was toen een optie. De Nederlandse volleybalbond vroeg zelfs aan de firma Top League een voorstel uit te werken.
Het resulteerde in een concreet plan om een BeNeLiga met veertien clubs op te richten waarvan acht Belgische en zes Nederlandse. Deze gingen dan 26 speeldagen afwerken waarna een Final Four weekend ging volgen om de BeNeLiga-titel te betwisten.
Maar het werd dus ook een njet en ook Nederland raakte in het sukkelstraatje. Halfweg het seizoen 2008-2009 werd zelfs de club VC Omniworld failliet verklaard en trok het zich terug uit de competitie. Een van de grootste volleybalverenigingen van Nederland bleek niet langer leefbaar en speelt nu onder een andere naam in tweede klasse.
Waar het handbal in slaagde, mislukte het volleybal
Een ander (schrijnend) voorbeeld van de teloorgang van het internationale volleybal was Griekenland. Een jaar geleden liet de Griekse volleybalfederatie weten over onvoldoende financiële middelen te beschikken om hun nationale heren en damesploeg in te schrijven voor de European League, een Europese landencompetitie. Griekenland was er sinds de start in 2004 altijd bij geweest en kende een rijke volleybaltraditie. Met de nadruk op ‘kende’ dus.
Frappant in het volleybal zijn ook de talrijke (pogingen tot) reglementswijzigingen. Beslist door de FIVB om de sport aantrekkelijker te maken maar meestal geen meerwaarde voor de toegankelijkheid van de sport. Zelfs volleyballers op lager niveau weten het soms niet meer goed. Zo zullen sets in de toekomst misschien tot 21 en niet tot 25 punten gespeeld worden, zoals nu in het beachvolleybal het geval is.
Het basketbal, in hetzelfde bedje ziek, kwam vorige week ook met een voorstel tot competitiehervorming op de proppen. Als Limburg United een licentie behaalt, zal er een competitie met bijkomende play offs worden geïntroduceerd. Naar het beeld van de volleybalcompetitie eigenlijk. Het basketbal tracht hiermee ‘een frisse wind te laten waaien door de competitie’, aldus Profliga voorzitter Patrick Wijns. Basketbal en volleybal, concullega’s in de strijd tegen Koning Voetbal.
Lang leve de topclubs
Moeten we in België dezelfde rampscenario’s beginnen te vrezen nu er geen structurele oplossing lijkt te zijn? Wat onze topploegen betreft, zitten we normaal wel safe. Maaseik en Roeselare lijken stabiele sponsordeals en supportersbastions te hebben die al lang stand houden. In Roeselare bijvoorbeeld werd Francis de Nolf onlangs aangeduid als nieuwe voorzitter. Hij is de zoon van Rik de Nolf, CEO van Roularta en hoofdsponsor van de club. Een mooie levensverzekering dus.
Ook wat Precura Antwerpen betreft, menen we er een stabiele topclub bij te hebben. Hun grootspraak aan het begin van het seizoen zorgde voor de nodige peper en zout en hun prestaties zijn er ook naar. Bekerwinst maakte hun seizoen al geslaagd en nu lijken ze ten koste van Maaseik ook op weg naar de play-off finale. Een geluk bij een ongeluk voor hen is misschien wel de teloorgang van den Beerschot waardoor het Antwerpse volleybal meer in the picture kwam.
Maar wat daarachter komt, oogt niet goed. Drie tot vijf Liga A ploegen zouden met serieuze financiële problemen kampen. Van nivellering is er helemaal geen sprake. Op termijn worden Maaseik, Roeselare en Antwerpen daar ook de dupe van. Zij zijn immers afhankelijk van de kleine ploegen om talenten aan te leveren en ook om een competitie de naam waardig te behouden. Ook in de lagere reeksen is het vaak huilen met de pet op. Afhakende ploegen en spelers zijn er schering en inslag.
En nu, heren van de volleybalbond?
Talent wordt natuurlijk ook aangeleverd door de Vlaamse Volleybalschool waar het al op jonge leeftijd wordt gedetecteerd en begeleid. Regelmatig sijpelen er talenten van de Volleybalschool door naar de Belgische volleybaltop. Onlangs tekende toptalent Thomas Konings nog een ‘Topsportschool-Club Statuut’ bij Precura Antwerpen. Eerder waren Sander Depovere en Martijn Colson hem voorafgegaan. Zo’n statuut betekent dat de minderjarige speler nog een schooljaar blijft aangesloten bij de Volleybalschool gecombineerd met trainen en spelen bij Antwerpen.
Straks wordt de heropleving van de Dragons en Tigers niet meer dan een voetnoot, een nostalgische revival
Hart vasthouden dat de Volleybalschool zal blijven floreren want als de kleinere volleybalploegen in België afhaken, steunt de piramide op een wel heel smalle basis. Straks wordt de heropleving van de Dragons en Tigers niet meer dan een voetnoot, een nostalgische revival. Het zou absoluut zonde zijn.
Gert Vande Broek, trainer van de Tigers, won recent nog de Sport Science Award 2013 vanwege zijn wetenschappelijke bijdrage in het domein van het volleybal. De docent aan de Katholieke Universiteit van Leuven werd geloofd om zijn bijdrage aan het onderzoek in coaching- en motivatiepsychologie. Dus vergis u niet, België beschikt echt wel over volleybal know-how. Het is de structurele omkadering waar het mangelt.
En ondertussen blijft het dus wachten tot het volleybal een reddingsboei vindt. Blauwblomme probeerde het en werd terug gefloten. Laat ons hopen dat de Volleybalbond weet waar ze mee bezig zijn.
Pingback: Liefde voor volleybal | SPORT.Blog
Pingback: Het Sportpaleis van morgen, vullen we met talent van vandaag | SPORT.Blog