In het zuiden van Europa betekent zijn naam koning. Rey is een roepnaam, zijn volledige naam is Reinaldo Romero. Allitererend, zoals de naam van een vedette hoort te zijn. Het had er alle schijn van dat hij dat ook ging worden. Helaas, het lot draaide anders uit.
Enkele jaren geleden schreef ik op SPORT.Blog enkele artikels over de escapade van de Cubaanse topvolleyballers tijdens het tornooi De Witte Molen jaren geleden. Ze verdwenen als dieven in de nacht uit Sint-Niklaas en doken op in Italië. Het walhalla van het volleybal. Het verhaal ging de wereld rond, u herinnert het zich ongetwijfeld nog.
Rey kende de zes spelers die vluchtten. De ESPA Nacional, de Cubaanse topsportschool, verbond hen. Rey was enkele jaren ouder en werd daarom aanzien als een voorbeeld. Maar in tegenstelling tot hen haalde Rey zijn doel niet en werd hij nooit Cubaans internationaal. Ondanks jaren hard labeur. Geen schande als je weet dat in de jaren tachtig en negentig Cubaans volleybal synoniem stond voor wereldklasse.
Cuba plukte de ‘vruchten’ van zijn communistisch beleid. Streng, héél streng. De staat is heilig en iedereen gelijk. Maar de economische situatie was een debacle. Als je niet slaagde in het leven dan lonkte armoede. Zo ook voor Rey die na zijn afwijzing op 21 jaar zijn doel verlegde naar het beachvolleybal. Uit passie voor volleybal maar vooral om den brode.
In 1993 nam hij voor Cuba deel aan de Centraal-Amerikaanse Spelen in Honduras. Gedreven in zijn zoektocht naar een toekomst besloot hij niet terug te keren naar zijn thuisland. Hij emigreerde.
Een kantelpunt in zijn leven. Op slag was Rey een staatsvijand. Een landverrader. Cuba spuwde hem uit.
Zeven jaar bleef hij in Honduras maar een verblijfsvergunning raakte nooit rond. Hij kwam zijn dagen door met volleybal. Eerst als speler, daarna als trainer. Op het hoogtepunt van zijn kunnen, moest Rey op zijn sportieve honger blijven zitten.
Via Mexico, Canada en Nederland belandde hij uiteindelijk in België. 31 jaar was hij. Hij trouwde en kreeg erdoor eindelijk juridisch een voet aan de grond. Volleyballen bleek geen sinecure door allerlei problemen maar het doel was terugkeren naar Cuba. Naar zijn familie, naar zijn vrienden.
En dan kwamen zijn landgenoten naar Sint-Niklaas. Wat een heugelijk weerzien moest worden, werd een rauwe wending in zijn leven.
Rey werd ervan verdacht tussenpersoon te zijn in de ontsnapping van de Cubaanse volleyballers. Immers, hij was al eens ontsnapt. Ja toch?
Zijn goedkeuring om terug te keren, werd ingetrokken door de Cubaanse ambassade. Weg droom.
Niet veel later overleed zijn vader in Cuba. De Cubaanse regering weigerde zijn terugkeer, zelfs een humanitair visum van het Rode Kruis ging niet door. Hij miste de begrafenis van zijn eigen vader.
Hij trok zich opnieuw op aan het volleybal en het trainerschap. En zo werd hij trainer van de ploeg waar mijn vriendin speelde. Ik leerde hem kennen als een levenslustige persoon. Ondanks zijn levensloop voelde je het optimisme.
Niet veel later ging ik hem interviewen toen ik mijn artikels over de Cubaanse volleyballers schreef. Op een klein appartement in Gent opende hij meteen de fles rode wijn die ik hem gaf als bedanking voor zijn tijd. Obligate tapas werd bijgezet en Rey begon te vertellen. En ik luisterde.
Hij vertelde mij over zijn plan. Op moederdag zou hij zijn 85-jarige moeder gaan bezoeken in Cuba. 20 jaar geleden zag hij haar voor het laatst. Ik sloot het gesprek af door te zeggen dat ik hem oprecht alle succes wenste in zijn missie.
Ik hield nog wat contact met Rey maar dat verwaterde na een tijdje. Ik dacht soms nog terug aan hem en hoopte vurig dat zijn plan zou slagen.
Tot ik op een dag een foto zag verschijnen op Facebook. Rey met zijn moeder. 20 jaar na hun afscheid opnieuw verenigd in Cuba. Het was hem gelukt.
Nog een beetje later zag ik dat hij opnieuw papa was geworden. Een tweede kindje.
Rey was de koning te rijk.
0 reacties op “Rey”