‘Fuck!‘ De vloek die de man voor mij binnensmonds fluistert, klinkt oprecht.
Ik vermoed dat ik weet wat zijn probleem is. De koffieautomaat is kapot. Da’s zowat het ergste mogelijke feit op een ochtend als vandaag. Of dat denk ik toch want zelf drink ik eigenlijk geen koffie.
Vaak moet ik mij daarvoor verantwoorden. Laat mij maar, denk ik dan. Ik vind het gewoon leuk om tussen koffiedrinkers te staan.
Een e-koffie, dat heb ik eigenlijk nodig. Zoals mensen met hun e-sigaret die niet willen roken maar dan toch weer wel en zich daar graag belachelijk bij voelen door te zuigen op een aansteker met aardbeienextracten.
‘Gewoon, ik lust het niet’, antwoord ik meestal wanneer men mij vol ongeloof aankijkt.
Maar de kerel voor mij dus wel. Hij buigt moedeloos het hoofd. Zijn hoofd zit verstopt in zijn zwarte hoodie. Zijn armen hangen langs zijn frêle lijfje. Ik voel zijn gelatenheid en besluit hem een hart onder de riem te steken.
‘Koffie op?’ begin ik ons gesprek.
‘Nja, dit kon er wel nog bij‘, antwoordde hij, ‘deze kutweek verdiende wel een ochtend zonder koffie.‘
‘Hmm, slechte week op het werk?’
‘Wat je zegt’, antwoordde hij terwijl hij zijn schouders ophaalde.
Dit kon nu twee kanten uit.
Ofwel draaide ik mij om en liet de man in zijn miserie. Zonder koffie. Of ik liet mijn geprikkelde barmhartigheid / nieuwsgierigheid de bovenhand nemen.
Goedhartig (of vooral nieuwsgierig) als ik ben op een oersaai ochtend als deze, koos ik voor optie twee.
‘Dat klinkt niet te best. Hopelijk niet te erg?’ probeer ik nonchalant te klinken.
Dit kon nu ook twee kanten uit.
Ofwel draaide mijn, tot nu onbekende, man zich om om zich te excuseren en verder te gaan met zijn leven. Ofwel stortte hij zijn hart uit.
Moedeloos als hij was omwille van het koffie-tekort, koos hij voor optie twee.
‘Ik had verwacht toch enige erkenning te krijgen omwille van enkele geslaagde acties op ’t werk. Maar neen, je moet niet denken dat dat geapprecieerd wordt. Wat moet een mens nog meer doen?’
‘Ik begrijp je helemaal’, knikte ik instemmend, ‘laatst had ik het ook voor. Mijn kwartaalrapport was één dag voor de deadline ingediend maar een bedankje kon er niet van af.’
‘Kut, man‘, antwoordde hij.
We voelden allebei dat we de juiste keuze hadden gemaakt door te blijven staan. Ik ging deze man helpen. Ik zou zijn verhaal aanhoren en hem het gevoel geven dat hij niet alleen was. Laat mij maar even in zijn ziel knijpen en hem bijstaan met raad.
‘En bij jou?’ stak ik van wal.
‘Och, iets met mijn jaarlijkse evaluatie‘, begon hij aarzelend, ‘ik wist dat het niet mijn beste jaar was maar toch had ik op meer gehoopt. Ik bedoel, zo slecht waren mijn resultaten niet.’
‘Ik begrijp je volledig, maatje‘, sprak ik bemoedigend.
Ik voelde dat we in onze gedeelde smart mekaar ‘maatje‘ konden noemen. Ik was het nu wel zeker: voor de komende minuten zou ik deze sukkelaar onder mijn hoede nemen. Hem aanhoren, hem mijn schouder aanbieden. En vervolgens met één doordacht advies terug op het juiste spoort zetten.
Later zou hij naar dit moment terug kijken en tegen vrienden en familie zeggen dat dit zijn kantelpunt was. Een openbaring. Het moment waarop alles hem duidelijk werd.
En dat allemaal dankzij mij. Geholpen door een defecte koffie-automaat.
‘Ik bedoel: vijfde. Dat begrijp je toch niet?’ maakte hij zich druk.
‘Vijfde?’ vroeg ik hem, niet goed begrijpend wat hij bedoelde.
‘41 doelpunten over alle competities heen. Niemand in héééééél Europa deed beter. Ik won de titel, de beker én de supercup’, ging hij onverstoorbaar verder met breekbare stem, ‘winnen zat er misschien niet in maar toch… Vijfde?’
‘Ahzo… zei ik.
En toen draaide mijn maatje zich om. Een onverzorgde baard priemde tevoorschijn vanonder zijn hoodie. Een opgesloopte mouw verborg net niet zijn inktzwarte tattoo.
Hij keek me aan en glimlachte bemoedigend.
‘Klote van je kwartaalrapport, man. Echt… Ik wou dat ik je een koffie kon trakteren’, sprak hij mij toe en hij wandelde mij voorbij terwijl hij een schouderklopje gaf. Als was ik een kind van tien dat zonet van zijn papa verloor in een partijtje tafeltennis.
‘Ik, euhm, drink geen koffie’, stotterde ik tegen mezelf wanneer hij al lang het hoekje om was.
En dat mensen, was die keer dat ik Messi tegenkwam aan de koffieautomaat.
Mijn kantelpunt.
Pingback: Schrijven voor de sport
Pingback: Schrijven voor de sport – Sport Blog
Pingback: Spits (0 jaar)
Zalig!
LikeLike