Lopen Persoonlijk

Marathon Day

Maandag 12 juni (dagen voor de marathon: 125)

Al meer dan een jaar hield de gedachte zich op in mijn hoofd: een marathon lopen.

Wil ik dat? Kan ik dat?

Die maandagavond loop ik mijn wekelijkse 10 kilometer, kom thuis, douch mij, zet mij aan mijn laptop en zoek op: marathon in oktober.

Google antwoordt: Marathon Brugge 15 oktober.

Ik twijfel. Opnieuw.

Ik ben bang van blessures. Een marathonvoorbereiding kan immers veel vragen van je lichaam.

Ik beslis: I’ll go for it.

Ik start met de voorbereiding. Blijkt dat mijn lichaam de opeenvolging van trainingen niet aankan dan doe ik het niet. Of loop ik een halve marathon, of 10 miles, of iets anders.

Voorlopig hou ik mijn marathonambities voor mezelf. We zien wel hoe het gaat.

maandag 31 juli (dagen voor de marathon: 75)

Ik schreef mij net in voor de marathon. ’t Is officieel.

We zijn een 50-tal dagen dichter bij de marathon en ik voel mij goed. De aanpassing van 1 à 2 loopjes in de week naar minstens 3 blijkt vooral een praktische uitdaging door de combinatie met werk en gezin.

Door voor het eerst een trainingsschema en concreet doel te hebben, is mijn beleving helemaal anders. Vroeger keek ik niet verder dan mijn volgend loopje, nu moet ik trainingen inplannen in de agenda.

Vrijdag 4 augustus (dagen voor de marathon: 72)

Zoals het een blogger betaamt, besluit ik over mijn ervaringen te bloggen. Ik schrijf over mijn motivatie om aan de marathonvoorbereiding te starten.

woensdag 6 september (dagen voor de marathon: 39)

De volgende stop is bij een sportdiëtiste want ik besef dat ik bitter weinig weet van wat en hoe te eten voor lange duurtrainingen én voor de marathon.

Een wereld van koolhydraten, isotone sportdrank en proteïnen gaat open. Net op tijd want de komende weken staan een aantal zware duurlopen gepland van 29 en 32 kilometer.

zaterdag 23 september (dagen voor de marathon: 22)

De training die met rood staat aangevinkt in mijn agenda: 32 kilometer. Samen met een training van 16 kilometer twee dagen ervoor en die van 10 kilometer van twee dagen erna. Dat betekent 58 kilometer op 6 dagen. Dat telt op…

Als ik die doorkom dan durf ik te zeggen dat ik voor de marathon ga.

vrijdag 29 september (dagen voor de marathon: 18)

Het herstel na die zware trainingsweek gaat verbazend goed. Ik voel mij sterker dan ooit. Die marathon mag morgen beginnen.

vrijdag 6 oktober (dagen voor de marathon: 9)

Tijd voor een volgende update op SPORT.Blog om mijn ervaringen te delen.

Let’s do this!

zondag 8 oktober (dagen voor de marathon: 7)

Ik voel mij belabberd. Mijn kuiten zijn hard van staal, mijn maag ligt overhoop en net nu voel ik overal in mijn benen pijn. Pijn die ik in al die maanden niet voelde, maar zo kort bij D-Day dus wel.

Niet die zwaarste trainingsweek bleek de grootste uitdaging te zijn, maar de drie weken daarna zijn lastig. Voor het eerst ervaar ik ook loopmoeheid en moet ik, omwille van de kwaaltjes, mezelf soms oppeppen om mijn loopschoenen aan te trekken.

De hersteltrainingen van 6 kilometer voelen als de zwaarste trainingen die ik al liep.

Ik twijfel of ik niet te vroeg heb gepiekt of misschien zelf overtraind ben. Anderzijds ben ik nuchter genoeg om te beseffen dat het nog zeven dagen is tot aan de marathon. Ik leef op hoop dat ik tegen dan hersteld ben.

vrijdag 13 oktober (dagen voor de marathon: 2)

Tijd om aan carb loading te doen.

Dat betekent het aantal koolhydraten in je lichaam zo maximaal mogelijk aan te vullen vanaf twee dagen voor de marathon.

Daarnaast is rusten cruciaal, het is eigenlijk het belangrijkste dat je kan doen. En net dat is lastig want je wil in die laatste dagen zo graag dat goede loopgevoel ervaren.

Rusten, eten en drinken in de laatste week dus.

Maar dat blijkt uitdagend te zijn. De oma van mijn vrouw overlijdt waardoor we allemaal wat door elkaar geschud worden. De begrafenis is op vrijdag, twee dagen voor de marathon. Daarnaast gaat onze zoon creatief om met het tijdstip van opstaan en hoest mijn dochter er op los.

Bovenop dit alles slaap ik slecht, lijkt het alsof mijn benen al verzuren als ik nog maar een trap zie én ben ik de hele tijd op mijn hoede om toch maar niet ziek te worden.

Ik stond er nooit echt bij stil maar dit moet voor topsporters de hel zijn vlak voor belangrijke wedstrijden. De zaligheid van een lichaam in topvorm staat mijlenver van de machteloosheid van een ziek lichaam.

Ik moet denken aan Bashir Abdi. Hoe ijzersterk moet je mentaal wel niet zijn als je hele jaar (je hele leven?) afhangt van die ene olympische marathonwedstrijd. Bij mij hangt er in dat opzicht, buiten wat eergevoel, niet veel van af.

Mijn schoonbroer zegt al lachend dat in deze fase elke sporter plots aan hypochondrie lijdt. Ik lach eens groen en voel een (denkbeeldige?) pijnscheut in mijn been.

Maar eigenlijk is het simpel: Control the controllables.

Controleer hetgeen je kan controleren. Bereid je voor op wat je kan voorbereiden. Je druk maken in iets waar je geen controle over hebt, heeft geen nut.

Concreet betekent dit dat ik mij gewoon aan mijn plan moet houden. Ziek worden en slecht weer op de wedstrijddag zijn dingen die ik helaas niet kan vermijden. Rusten, eten en andere voorbereidingen zoals materiaal kan ik wél controleren.

Uiteraard allemaal makkelijker gezegd dan gedaan 😉

zaterdag 14 oktober (dagen voor de marathon: 1)

Ik voel mij opmerkelijk beter vandaag. De kwaaltjes zijn afgezwakt en ik sliep goed. Het idee dat ik binnen 24u start, voelt me-ga-spannend.

Ondertussen hou ik mij braaf aan mijn voedingsschema met onder meer 5 witte boterhammen met honing als middagmaal, 300 gram pasta met vis en groenten als avondmaal en 1 liter sportdrank tussendoor.

Echt fijn vind ik die hele carb loading eigenlijk niet. 300 gram pasta eten en 1 liter sportdrank drinken omdat het moet, smaakt niet fantastisch.

Maar dit is en blijft een interessant experiment dat ik het liefst zo grondig mogelijk doe.

zondag 15 oktober (dagen voor de marathon: 0)

6u45: Opstaan met een goed gevoel? Check. Tijd om vijf pannenkoeken en een banaan naar binnen te spelen. Carb loading, weet je wel?

8u00: Het eerste wonder is geschied. Mijn vrouw en ik proppen de kinderen op tijd in de auto en vertrekken richting Brugge.

9u: Op tijd aankomen in Brugge en rugnummer ophalen? Double check.

9u45: Laatste countdown.

Start Marathon Brugge

10u: 7.000 deelnemers starten aan de (halve) marathon. Het weer is perfect: 14 graden en zon. Ik kan nu enkel bidden dat mijn benen evenveel zin hebben als mijn hoofd.

Here we go!

10u30: We starten door het centrum langs dikke rijen supporters. Mijn zere benen trekken zich op gang en verzoenen zich stap na stap met de opdracht die voor hen ligt.

Ik kijk rond en zie mijn supporters een eerste keer langs de kant. Dit is nu al onvergetelijk, bedenk ik mij.

11u: We verlaten het centrum en lopen in een kudde richting Damme. De benen voelen na elke kilometer beter. Mijn hypochondrie klachten vervagen helemaal.

Ik kijk voor mij, ik kijk achter mij. En ik zie zo ver ik kan kijken, lopers die in mars met een vaste cadans galopperen. Ik hoor een lopend defilé begeleidt door een fanfare van drummende looppassen en puffende blazers.

12u40: We komen terug in Brugge na onze eerste lus. Aan kilometer 21 draaien de deelnemers van de halve marathon af voor hun finish. Ik draai langs de andere kant, voor de volgende lus richting de Kinepolis, Boudewijnpark en het Lappersfortbos.

En plots loop ik… alleen.

Voor mij zie ik in de verte een vrouw lopen, ver achter mij twee mannen. Een desolaat gevoel overvalt mij. De kudde is serieus uitgedund.

Eenzaam loop ik door een winkelstraat tussen groepjes winkelende dames die mij bevreemdend aankijken. Het is alsof ik in een sketch ben beland en een presentator elk moment komt zeggen dat dit maar een grap is.

Attente stewards wijzen mij echter de weg.

Back to business.

Tijd voor lus twee. De marathon is begonnen.

13u30: Hoewel ik mij goed voelde, waren de kilometers 22 tot 32 lastig. Er was weinig moois aan. Ik bleef focussen op voldoende eten en drinken omdat het belangrijkste nog komt en ook gewoon omdat het mijn gedachten verzette.

Een voetgangersbrug leek eindeloos te duren. Maar er vormde zich een groepje. Soms viel er iemand weg, soms viel de groep uit elkaar om dan als een accordeon weer samen te komen.

We lopen elk onze eigen wedstrijd maar doen dat wel samen. We passeren langs trekkebenende lopers en schuddebollende wandelaars. Je voelt met hen mee. Het duiveltje op mijn schouder fluistert of wandelen misschien toch niet beter zou zijn maar het engeltje verdringt die sluimerende stem.

Ik smacht naar kilometer 32. Dat is een mentale mijlpaal. Nooit liep ik verder dus elke stap is vanaf dan een nieuwe overwinning. Een verkenning langs mijn limieten.

Maar bovenal: vanaf 32 kilometer kan ik aftellen.

Nog tien kilometer.

Nog negen kilometer.

Nog acht kilometer.

Nog zeven kilometer.

Nog zes kilometer.

Nog vijf kilometer.

Nog vier kilometer.

Nog drie kilometer.

Ik zweef en loop mijn snelste tijden tussen kilometer 32 en 39. Mijn lijf boort een tot dan onbekende energiebron aan. Dit is het moment waarop alle opofferingen hun resultaat bewijzen. Dit is kicken.

Als dit een runner’s high is dan zit ik nu op de Mount Everest. Ik scheer de hoogste toppen en vlieg vooruit. In de verte doemt Brugge opnieuw op.

Het gaat gebeuren, ik ga dit halen.

14u41: Ik loop Brugge binnen. Mijn hoge vlucht van zo-even wordt plots keihard neergehaald door een onverbiddelijk schot van vermoeidheid.  Mijn bovenbenen branden, mijn borstkas voelt als schuurpapier. Als een stervende zwaan stort ik neer, hopend dat ik als een vliegtuig zonder brandstof kan zweven tot de landingsbaan, tot aan de finish.

Dit is zwaar, dit is verdomme zwaar.

Ik tel de meters en wil nu maar één ding: die finish.

Op kilometer 40 overmannen de emoties mij de eerste keer. Ik ben leeg, mijn lijf schreeuwt. Maar dit is mooie pijn. Voor het eerst in jaren associeer ik pijn niet met frustratie maar met schoonheid.

Ik besef: zonder die jarenlange chronische pijn in mijn arm liep ik hier niet. Ik kan niet slapen zonder pijn maar loop hier verdomme wel een marathon uit.

Ik slik de emoties weg en bid dat de landingsbaan bijna in zicht komt.

14u50: Net voor de finish staat mijn dochter. Hand in hand lopen we samen richting de meet, recht in de armen van mijn gezin.

Ik high-five met mijn zoontje. Ik buig voorover en voel tranen door de emoties, vermoeidheid en de nabijheid van mijn vrouw, mijn allertrouwste supporter.

I did it.

Ik liep zonet de Marathon van Brugge. 42,2 kilometer loutering.

Even ben ik te midden van de Grote Markt in Brugge helemaal alleen. Je start dan wel met 6.999 andere lopers, maar over de meet geraken, doe je solo.

Elke loper heeft zijn eigen verhaal.

En ik besef dat ik zonet een belangrijk hoofdstuk heb afgesloten in het mijne.

maandag 15 oktober (dagen na de marathon: 1)

Ik word wakker, voor het eerst als een marathonloper.

Mijn dijbenen schreeuwen hun ongenoegen uit en gaan meteen in staking. Een trap afdalen, is een marteling. Alsof ik op stelten loop. Een warm bad als bemiddeling voor de stakers biedt soelaas.

Ik ben enkel stijf in mijn benen maar voel geen pijn van blessures. Een hele grote opluchting. Een teken dat ik de grenzen van mijn lichaam juist heb verlegd.

Eens iedereen ’s morgens de deur uit is, ben ik voor het eerst écht alleen.

Ik wrijf in mijn ogen, zucht diep

en denk in mezelf:

I did it.

3 reacties op “Marathon Day

  1. Mooi, Pieterjan. Gefeliciteerd!
    Martijn (NL)

    Like

  2. Pingback: Van post-marathon blues naar triatlon? – SPORT.Blog

  3. Pingback: Triatlon bingo – SPORT.Blog

Plaats een reactie